De Groene Belg

AgalevEcozine 4 - Groen

Links: ‘Het groene vingertje’ van priester-arbeider-politicus Jef Ullburghs als Agalev-actievoerder tijdens de Dag van de Aarde, 1 april 1994. Rechts: 10 kopstukken van ‘Groen’ in 2009: allen uiterst deftige dames en heren in zwart maat- of mantelmaatpak. Hoe kon het ooit zo rebelse ‘Groen’ zo letterlijk ‘salonfähig’ worden ? Waarna de latere voorzitster Meyrem Almaci dan nog in 2016 de wereld hiervan wou overtuigen: “Wij zijn dé KMO-partij.” (De Standaard 16/1/2016)

Welke toekomst voor de partij ‘Groen’ ?

Vandaag nog een keertje – niet voor het eerst en voorzeker ook niet voor het laatst - aandacht voor de ‘Vlaamse politieke groenen’ via enkele persartikels over waar het met de partij Groen naar toe moet. Door de tegenvallende verkiezingsresultaten in juni en oktober 2024 woedt er nogal wat meningenstrijd over de koers van de partij.

Nadat ontslagnemend minister van Energie” Tinne Van der Straeten in De Standaard van 12 november gesteld had dat “Groen weer voluit een klimaatpartij moet durven zijn”, kwam journalist Walter Pauli bij Knack met deze tegenovergestelde raad: “Waarom Groen ‘het klimaat’ in zee moet dumpen”.

Beginnen we met die twee mediabijdragen waarna we er nog enkele andere op hun essentie uitpluizen.

1/ Tinne Van der Straeten: “Voluit klimaatpartij durven zijn”

De tweede titel van het interview met Tinne Van der Straeten in De Standaard luidde: “Abortus en lgbti-rechten mogen het klimaatthema niet ondersneeuwen”.

Van der Straeten bepleitte het “terugkeren naar onze corebusiness”: het klimaat.” “We zetten de laatste tijd heel erg in op ethische thema’s zoals abortus en lgbti-rechten – belangrijke thema’s – maar onze corebusiness mag er niet door ondergesneeuwd raken. En dat is gebeurd in de verkiezingscampagne.”

Van der Straeten: “Rond klimaat moeten we ook bondgenootschappen creëren om samen oplossingen aan te bieden. We moeten niet staan schreeuwen wat de grote problemen zijn, maar ook luisteren naar het brede middenveld. En zo mensen met kleine, praktische stappen overtuigen dat het niet alleen beter wordt in de toekomst, maar ook vandaag al, voor wie bijvoorbeeld een slecht geïsoleerd huis heeft.”

Van der Straeten voelt zich met dat standpunt “soms wat eenzaam in de partij. Maar net zoals wij met de socialisten niet kunnen concurreren op de sociale thema’s, kan niemand met ons concurreren op ons thema: het klimaat. Dat is toch de evidentie zelve.”

Ze stelt dat Groen het “ook moet hebben over de 20 procent gezinnen die hun energiefactuur niet kunnen betalen, of over het feit dat een nieuwe waterbom enorme schade kan veroorzaken.”

De opdracht voor de nieuwe voorzitter zal moeilijk zijn. “Maar er liggen fundamenten om op te bouwen.” (Zoals “een stevige fractie in de parlementen”.) “We zijn geen Ecolo, dat helemaal is weggevaagd.”

Waarmee we bij de algemene situatie van de groene partijen zijn: zowat overal in Europa krijgen ze electorale opdoffers en is het zoeken hoe die te boven te komen. https://www.standaard.be/cnt/dmf20241111_95864309?utm_campaign=internal-article&utm_source=standaard&utm_medium=lees-ook

2/ Walter Pauli: “Waarom Groen ‘het klimaat’ in zee moet dumpen”

https://www.knack.be/nieuws/belgie/politiek/waarom-groen-het-klimaat-in-zee-moet-dumpen/

Haaks op het vorige standpunt stond het pleidooi in Knack van politiek journalist Walter Pauli. Hij begon met “de publieke opinie die de laatste jaren zelden zo apathisch op een klimaattop reageerde dan de voorbije week in Bakoe. Het leert andermaal dat het politieke klimaat niet gunstig is voor partijen met een ecologische boodschap. Kijk maar naar de voorzittersverkiezingen bij Groen. De kopstukken van de partij ‘durven’ hun partij niet meer te leiden. Hoe kan zo’n partij de samenleving dan nog gidsen? Het lijkt hoog tijd voor een stevige bijsturing van het groene verhaal.”

Walter Pauli verwees naar Melissa Depraetere (Vooruit), de nieuwe Vlaamse minister van Energie en Wonen. Volgens Pauli heeft Depraetere al ondervonden dat je met klimaat “politiek niets koopt”. “Ik ben nu enkele weken met klimaat bezig en dat roept veel negativiteit op, vooral bij veertigers en vijftigers.”

“Hoe anders gaan leven?”

Onder dat tussentiteltje verwees Pauli naar de oorsprong van Groen. Die lag in de jaren zeventig, “toen een schare wetenschappers verenigd in de Club van Rome alarm sloegen in ophefmakende rapporten. ‘De strijd om het behoud van de aarde’ is de ethisch-filosofische basis van elke groene politiek. Het is de unieke aanvulling van de groenen op andere belangrijke politieke stromingen.”

Pauli: “Was de eerste naam van de partij niet Agalev – Anders Gaan Leven ? Is dat niet de hamvraag (….): hoe anders moeten we leven? De vraag valt niet meer te ontwijken, en de potentiële antwoorden erop zijn zelden aangenaam – en zeker niet voor iedereen.”

Poetins mokerslag

“Mettertijd werd klimaat het belangrijkste groene thema” moest Pauli constateren. “Belangrijker dan natuurbehoud, gezonde lucht en proper water, propere energie en de strijd tegen afval en vervuiling.”

Toen de jongeren hun klimaatmarsen en -stakingen organiseerden, gaf dat Groen vleugels. “Maar nog voor de verkiezingen van mei 2019, had klimaat Groen al in zware problemen gebracht. De nochtans goed van de tongriem gesneden Kristof Calvo wist geen goed antwoord te verzinnen toen Ivan De Vadder hem in de tv-studio vroeg of het klimaat hem zijn bedrijfsauto zou kosten. Wat Calvo antwoordde deed er niet meer toe: elke kijker had begrepen dat het klimaat hem veel zou kosten.

Poetins overval op Oekraïne deed Groen helemaal de das om. Pauli: “Toen de energieprijzen explodeerden, kon of durfde Groen de kernuitstap niet meer aanhouden.” Het leidde tot “de meest opgemerkte groene knieval ooit: kernenergie was niet meer te bestrijden, maar te gebruiken. Het was alsof de groenen toegaven dat de manier waarop ze hun ecologische agenda hadden ingevuld er niet meer toe deed. De boodschap van Groen zelf straalde geen vertrouwen meer uit.”

Waar Pauli nog aan toe had kunnen voegen dat om Oekraïne te helpen zich verdedigen, de groenen in Europa ook hun pacifisme moesten laten vallen.

Klimaat werd een ‘industrieel project’

Volgens Pauli “drijft ‘klimaat’ Groen naar de politieke marge. Groene schepenen hebben in alle steden waar ze mee besturen zinvolle maatregelen genomen en zelfs doorgedrukt. Dat er meer wordt gefietst, dat niet elke straat vol moet staan met geparkeerde auto’s, dat er meer bomen en groen komen: het maakt de steden zoveel veiliger, zoveel gezonder, zoveel aangenamer.”

Klimaat daarentegen “is een industrieel project geworden. De Europese Commissie is ermee aan de haal gegaan – en daar belijden ze echt geen voluntaristische versie van groen – en op de top in Bakoe ontpopte niemand minder dan Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, zich als de passionaria van het klimaat.”

Volgens Lagarde moeten we “tegen 2035 ongeveer 10.000 miljard euro per jaar investeren in de overgang naar een klimaatneutrale samenleving. 10 % van de hele wereldeconomie. Onvoorstelbaar veel geld. (…). Geld dat niet meteen geïnvesteerd zal worden in mensen. In Vlaanderen behoort bv. de bouwsector tot de grootste ijveraars voor ‘het klimaatbeleid’. (…) Waarom worden al die oude, klimaatzorgelijke huizen niet afgebroken en vervangen door gezonde, klimaatneutrale, moderne, dure nieuwe woningen? Dat het karakter van onze dorpen verwoest dreigt te worden, is een mineur gegeven in het licht van de strijd om het behoud van de toekomst van de aarde, toch?”

Pauli rondde af met te stellen dat “het gelukkig nooit te laat is om de eigen koers te corrigeren, al is het bij Groen makkelijker om te zeggen wat níét werkt dan wat wél werkt. (…) Als de groene partijen ooit weer opgekrabbeld zijn, kunnen ze hun klimaatstrijd misschien weer in eigen handen nemen. Als ze opnieuw sterk staan.”

3/ “Groen is aan herbronning toe en moet keuzes maken:

‘We zijn een groene partij, geen regenboogpartij’”

Ziedaar twee titels op zondag 24/11/2024 bij De Standaard. Journalist Jeroen Struys begon met deze twee ‘quotes’:

“Op onze sociale, linkse flank hebben we klappen gekregen.” “Over de bekommernissen van mensen met minder geld of met meer noden hoorde men ons te weinig.”

Maar zie: dit zijn citaten uit een interne analyse van Wouter Van Besien na de verkiezingen van 26 mei 2019, met als kortste samenvatting: “Heb je poen, stem dan groen.” “De bijdrage van Wouter is waardevolle input die we zeker meenemen”, zei de woordvoerder destijds. Precies dat heeft de partij nagelaten, zo zeggen verschillende van de meer dan tien partijkopstukken die De Standaard sprak.”

Dan had Groen in 2019 nog “een overwinningsnederlaag” geboekt: “de partij ging erop vooruit, maar bleef onder de hoge verwachtingen kort na de grote klimaatprotesten.”

Nu likt de partij haar wonden na verlies bij zowel de Vlaamse, de Belgische “en, grosso modo, de gemeenteraadsverkiezingen (uitzonderingen als Gent daargelaten).”

Toch stelt ‘Vlaams fractieleider’ Mieke Schauvliege dit: “Ik vind niet dat wij nu voor een grote herbronning staan, of het roer moeten omgooien.”

Met Jeroen Struys weten we dat velen het “flink anders” willen. “Groen moet niet knokken, maar herbronnen”, schreef voormalig voorzitter Mieke Vogels.

Het is toch merkwaardig dat de meerderheid van de mensen beseft dat het klimaatprobleem een van de grootste problemen wordt - nadat we eerder de overstromingen hadden in Vesdervallei en Westhoek, waarna die in Spanje volgden - zonder dat de ecologisten daar bij verkiezingen belangrijker door worden.

Struys citeert dan Dirk Holemans, “ooit nog politiek secretaris van Agalev en nu coördinator van denktank Oikos.” Volgens hem “speelt er een collectief verdringingsmechanisme”. “Als je beseft hoe ernstig de klimaatcrisis is, besef je voor welke grote veranderingen we staan en dat veroorzaakt grote onzekerheid. Dan zegt de premier van ons land dat hij de pauzeknop wil indrukken. Dat geeft een vals gevoel van geruststelling.”

Holemans komt dan met het begrip “ecologische welvaart”. Dat had volgens hem “een goed concept kunnen zijn om mee naar de kiezer te gaan”. “Het energieverbruik van de mensen verminderen, maakt hen weerbaarder. Zo koppel je klimaat- en natuurbeleid aan wat men in Nederland ‘bestaansonzekerheid’ noemt.”

Jeroen Struys bevestigde dat “opnieuw sterker de link maken tussen klimaat en economie, bij velen in de partij terugkomt – en is ook een herhaling van de woorden van Wouter Van Besien destijds.” “We moeten de link tussen economie en ecologie duidelijker zetten”, aldus Petra De Sutter. “Het is niet óf economie, óf ecologie. Het is niet óf landbouw, óf natuur. Het is een en-enverhaal.”

Spandoek ten tijde van de grote klimaatbetogingen (zomer 2019) (foto jpe)

Jos Geysels, voormalig voorzitter van Agalev: “Het klimaatvraagstuk ís een verdelingsvraagstuk. Van fijn stof tot overstromingen: de mensen die het minst hebben bijgedragen tot de klimaatopwarming, worden er het meest door geraakt. Groene maatregelen zijn sociale maatregelen. Daarbij moeten we ook een positieve horizon kunnen voorspiegelen. (….) Doemdenken is niet wervend.”

Waar Groen voor staat ? “Dat je mag trouwen met een frigo”

Volgens Struys betekent het én-ecologie-én-economie-verhaal “minder aandacht voor identiteit”. “Terwijl de regenboogrechten een thema vormden dat in de campagne naar 9 juni sterk aan de partij kleefde, met Petra De Sutter als de woordvoerder.”

Een ander kopstuk in de partij”, dat Struys niet met naam noemde, stelde: “Een deel van de groene beweging beseft te weinig dat identiteitspolitiek op gespannen voet staat met de progressieve beweging. Identiteitspolitiek gaat over ‘ik’ in plaats van over ‘samen’. Het grootste bezwaar is niet dat je er verkiezingen mee verliest, maar dat het de samenleving verdeelt en zelfs de progressieve beweging zelf. Je kunt niet geloven hoeveel interne discussies daarover gaan.”

Wie wel voor zijn kritiek uitkomt, is Kamerlid Matti Vandemaele. In de Krant van West-Vlaanderen zei hij: “Als je vandaag vraagt waar Groen voor staat, welke antwoorden krijg je dan? Voor de hoofddoek, tegen Zwarte Piet en dat je mag trouwen met een frigo”.

Bij “nog een ander kopstuk” klinkt het zo: “We moeten daarmee stoppen, of je het nu culturele identiteit noemt of woke”. “Het zijn discussies waar een zwijgende meerderheid in onze partij de buik van vol heeft. Maar voor sommigen is dat de brandstof van hun politiek engagement. Zij zien de strijd tegen Vlaams Belang als de grootste prioriteit.”

En wie zijn die sommigen ? Struys: “Namen die dan worden genoemd, zijn onder anderen die van de Vlaams Parlementsleden Aimen Horch en Fourat Ben Chikha.” “Jongeren zijn nu eenmaal bezig met identiteit en dat hebben ze altijd gedaan, in elke generatie”, reageert Horch. Kan zijn, maar moeten ze daarvoor bij Groen zijn ?

Oorlog en vrede, migratie en asiel

Tot slot de oorlogsproblematiek. Johan Malcorps, gewezen politiek secretaris van Agalev wees erop hoe “pacifisme altijd een van de uitgangspunten van Agalev was. Al het geld dat nu naar defensie gaat, is nodig om klimaattransitie te maken.” En Oekraïne dan maar laten vallen ? Vrede sluiten met Poetin ? Wat als die geen vrede wil ?

Nog een moeilijk punt: migratie. Struys merkte hierbij alleen op dat er zijn die “vinden dat de partij zich te zwak heeft opgesteld in de Vivaldi-regering. Inzake bv. de asielcrisis”.

Struys besloot zoals hij begonnen was, met Wouter Van Besien: “Er zullen harde keuzes moeten worden gemaakt. Ook dat is een les uit 2019. Van Besien stelde dat Groen moet kiezen tussen twee profielen: ‘een klimaatpartij’ of ‘een brede progressieve partij’, die op een ‘eigentijds-linkse manier’ ingevuld wordt. ‘Ik kies ronduit voor het tweede’, voegde Van Besien toe.” https://www.standaard.be/cnt/dmf20241115_95287455?utm_campaign=internal-article&utm_source=standaard&utm_medium=lees-ook

“Gekaapt door allerlei deelbelangen.”

Ook Van Besien (voorzitter van 2009 tot 2014) slaagde er niet om het tweede ‘verhaal’ op de sporen te krijgen. Na hem kwam Almaci (2014-2022) die in 2016 wou bewijzen dat Groen voor de zelfstandige ondernemers nog beter was/is dan de liberalen: “Wij zijn dé kmo-partij” stond het getiteld in De Standaard van 16/1/2016. Datzelfde jaar hield Kamerlid Hermes Sanctorum het voor bekeken omdat de partij te zeer ‘treuzelde’ over het verbod op onverdoofd slachten. Reden ? Groen lonkte onder voorzitster Almaci, zelf moslima, naar het moslimelectoraat …

Eerder, in 2009, was er de voor de beeldvorming nefaste fotoshoot waarbij kopstukken van Groen (waaronder vooraan Mieke Vogels en Bart Staes plus verder o.a. de jonge Almaci en de later ook al ‘dissidente’ Luckas Vander Taelen) tegen een zwarte achtergrond poseerden als waren ze leden van Rembrandts Nachtwacht. Van Almaci heb ik ook nooit énig vurig pleidooi voor onze natuur gehoord. Ze gaat trouwens op vakantie niet zoals de meeste Belgen aan onze kust of de Ardennen, maar bij haar familie in Turkije.

Almaci wist (eind 2020) na een ‘koude oorlog’ kemphaantje Kristof Calvo buiten te werken, waardoor de partij nog meer een vrouwenpartij werd. Een evolutie die compleet werd met de van man tot vrouw ‘bekeerde’ De Sutter. Niet toevallig bij de eigen achterban de populairste politicus. Niet toevallig de grootste en ‘de mannelijkste’.

Erg mannelijk, erg strijdbaar komt de webstek van Groen zeker niet over, met de roze kleur die er overheerst. Ga maar eens kijken: https://www.groen.be/ Wat een verschil met de begindagen, met mannen zoals Ludo Dierickx en Paul Staes.

Wat me bij een bedenking brengt die ik al enkele keren van ecologisch bewuste mensen hoorde: “Groen werd gekaapt door allerlei deelbelangen.”

Maar gaat het zo niet haast altijd ? Partijen beginnen met grootse idealen maar na verloop van tijd installeren zich opportunisten die er hun eigen belangen behartigen en in het geval van de ecologisten, zeker niet die van de bij verkiezingen stemloze Planeet Aarde. Hoe dat ooit anders te organiseren ? 

Jan-Pieter Everaerts

Deze bijdrage werd gepubliceerd in De Groene Belg 2872 van 27/11/2024