WWF-Biodiversiteit-Rapporten 2020
Om de 2 jaar brengt het Wereldnatuurfonds een ‘Living Planet Report’ uit. In 2020 werd ook voor het eerst een Belgisch Rapport uitgebracht. Voor die “Belgische versie is voorlopig geen update voorzien” liet WWF-woordvoerder Koen Stuyck begin mei 2022 weten. Hier volgen samenvattende voorstellingen van het Internationale en van het Belgische rapport uit 2020 en vervolgens een kritische bespreking van het eerste en dus nog even enige Belgische LP-rapport.
1/ WWF – Living Planet Report 2020
Biodiversiteit crasht met - 68% sinds 1970
Brussel, 9 september 2020 – Wereldwijde populaties van zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen zijn in minder dan een halve eeuw met gemiddeld twee derden achteruitgegaan, grotendeels als gevolg van dezelfde vernietiging van het milieu die bijdraagt aan de opkomst van zoönotische ziekten zoals COVID-19. Dat stelt het Living Planet Report 2020 van WWF.
Sinds 1970 leven er nu 68% minder gewervelden (zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën), op aarde. Dat is wat wetenschappers de 6e massa-extinctie noemen. Het verschil met de vorige massa-extinctie (die van de dinosauriërs) is dat de huidige volledig te wijten is aan de mens.
De Living Planet Index, die de basis vormt van het rapport, is gebaseerd op 20.811 populaties van 4.392 soorten gewervelde dieren en is samengesteld uit verschillende regionale indexen en indexen per habitat. Zo zijn er grote regionale verschillen: In Europa en Centraal Azië blijft het verlies beperkt tot 24% maar in Afrika loopt dat verlies op tot 65%. Latijns-Amerika en het Caribisch gebied verloren een rampzalige 94%. Ook worden soorten uit bepaalde habitats/leefgebieden erg geraakt zoals zoetwatersoorten: -84%. Voor bossoorten is dat -53% en Europese vlinders: -49%.
Niet alleen de gewervelde dieren gaan achteruit. Ook de bodem-biodiversiteit boert achteruit, insectenpopulaties storten in, plantensoorten sterven uit. Zo zijn het aantal gedocumenteerde plantensoorten die uitstierven 2x zo groot als dat van zoogdieren, vogels en amfibieën gecombineerd.
22% van alle gekende planten of boomsoorten zijn met uitsterven bedreigd, vooral in de tropen. Het risico op instortende ecosystemen en negatieve feedback loops neemt daardoor toe. Zo verandert het Amazone gebied snel van een netto opnemer van broeikasgassen in een netto uitstoter – door een combinatie van ontbossing, degradatie en toenemende droogte. 75% van de ijsvrije landoppervlakte is nu aangetast, een groot deel van de oceaan is vervuild en meer dan 85% van alle natte gebieden zijn vernietigd.
Koen Stuyck, woordvoerder WWF: “Deze achteruitgang moet alle alarmbellen doen afgaan: ze zijn een indicatie dat de natuur het slecht doet en dat het planetaire ecosysteem naar adem hapt. Dat is een groot probleem voor de mens, want wij zijn afhankelijk van de biodiversiteit voor onze voedsel- en watervoorziening, onze economie, onze afvalverwerking en ons overleven tout court.”
Hoofdschuldige biodiversiteitsverlies: ons voedselsysteem
De belangrijkste oorzaak van biodiversiteitsverlies op het land is ontbossing en omzetting van natuur in landbouwgrond. Een derde van het landoppervlak wordt nu gebruikt voor akkerbouw of veeteelt, terwijl van de totale beschikbare hoeveelheid zoetwater, 75% naar gewassen of veeteelt gaat. Een derde van het voor menselijke consumptie geproduceerde voedsel gaat wereldwijd verloren of wordt verspild. Op de tweede plaats staat overexploitatie van bossen en gronden en op de derde plaats de handel in wilde soorten.
Dit zijn dezelfde oorzaken als diegene die geleid hebben tot de coronapandemie. Het risico op zoönosen zoals COVID-19 neemt hierdoor sterk toe. Zo hebben we de voorbije jaren Nipah gehad in Malaysia in 1998, SARS in China in 2003, Ebola in West-Afrika in 2013-16, en vele andere. Nu al komen 60% nieuw opkomende infectieziekten voort uit wilde dieren en liggen 70% van deze ziekten aan de basis van alle pandemieën of epidemieën.
Klimaatverandering, ook veroorzaakt door de mens, is nog een belangrijke bedreiging. Een vijfde van alle wilde diersoorten lopen het risico uit te sterven als gevolg van klimaatverandering. In combinatie met veranderd landgebruik zal dat een nog groter effect hebben op de terugval van populaties gewervelden en op essentiële diensten die ecosystemen ons vandaag nog leveren, zoals produceren van zuurstof en opnemen van CO2 of reguleren van het klimaat.
Koen Stuyck: “Het Living Planet Report 2020 onderstreept hoe de toenemende vernietiging van de natuur door de mensheid catastrofale gevolgen heeft, niet alleen voor de populaties van wilde dieren, maar ook voor de menselijke gezondheid en alle aspecten van ons leven. Als we niets doen, zal de biodiversiteit verder afnemen, zullen meer soorten uitsterven en krijgen we onomkeerbare verliezen. Dat alles zal resulteren in een planeet die de huidige en toekomstige generaties mensen niet meer zal kunnen onderhouden.”
Omkeren trend is mogelijk maar bescherming alleen is onvoldoende
Samen met de LPR 2020 wordt een paper gepubliceerd in het wetenschappelijk blad ‘Nature’, waarin onderzocht wordt of de achteruitgang van de biodiversiteit kan gestopt worden. De oplossing schuilt in een combinatie van ambitieuze beschermingsmaatregelen en fundamentele wijzigingen in de wijze waarop we voedsel produceren en consumeren.
Het onderzoek toont aan dat we door het samen implementeren van deze maatregelen habitats kunnen beschermen en de biodiversiteit kunnen herstellen. Als we doorgaan met "business as usual", zullen soorten uitsterven en dat is onomkeerbaar. Talloze ecosysteemdiensten waarvan mensen afhankelijk zijn, kunnen zo in gevaar komen. Concreet kan dat stijgende voedselprijzen betekenen en stijgende risico’s op honger.
België mag zich niet verschuilen achter zijn oppervlakte
Ook België kan de dalende tendens in de biodiversiteit helpen keren door aan zijn voetafdruk te werken en internationale conventies te steunen. WWF verwacht dat:
• de Belgische regering ambitieuze maatregelen neemt om de oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken en onze ecologische voetafdruk te verkleinen om een aanzienlijke toename van financiële, gezondheids- en rampenrisico's te voorkomen;
• België producten uit geïmporteerde ontbossing tegengaat en de illegale handel in wilde soorten in ons land aanpakt;
• ons land In 2021 een ambitieuze biodiversiteits-strategie uitzet voor de periode na 2020 in lijn met de internationale en EU-strategie;
• België het Akkoord van Parijs naleeft en daarvoor alle nodige maatregelen neemt en de Europese ‘Green Deal’ en de ‘New deal for nature and people’ steunt.
De gewone burger kan ook actie ondernemen:
• door onze petitie te ondertekenen - https://4nature4us.wwf.be/nl/organic - waarin WWF de beleidsmakers oproept om concrete acties te nemen, het risico op toekomstige pandemieën te beperken en het evenwicht met de natuur om ons heen te herstellen;
• Kiezen voor minder maar kwalitatiever vleesverbruik en streven naar een duurzame levensstijl met een lage koolstofafdruk.
Bedrijven moeten ook verantwoordelijkheid nemen door:
• ambitieuze doelstellingen voor het verminderen van broeikasgasemissies vast te stellen via het ‘Science-Based Targets’-initiatief, en door lid te worden van het SBT-Network dat bedrijven helpt bij het ontwikkelen en stellen van doelen voor de natuur;
• de natuur en natuurlijke systemen te beschermen in de landschappen waarin ze opereren, of waar ze grondstoffen zoals hout of palmolie vandaan halen;
• door tools en benaderingen te gebruiken zoals het ‘Accountability Framework’;
• door te investeren in op de natuur gebaseerde oplossingen om milieueffecten, landconversie en ontbossing te stoppen en veerkracht van de toeleveringsketen te vergroten.
Downloads:
2/ Eerste ‘Living Planet Report Belgium’
toont gemengd beeld van Belgische biodiversiteit
Brussel, 14 september 2020 - Het eerste Living Planet Belgium-rapport maakt een balans op van de biodiversiteit in België tussen 1990 en 2018. De trend is licht positief (+ 0,2% / jaar) maar er zijn veel verschillen naargelang de soort en habitattype. Soorten die specifiek zijn voor natte gebieden en natuurlijke open omgevingen vertonen gemiddeld een lichte toename van hun populaties. Aan de andere kant is de achteruitgang dramatisch voor soorten in agrarische omgevingen en, in mindere mate, voor bossoorten, met name voor vogels.
Een Living Planet Index voor België
België is een klein land met een grote diversiteit aan habitats en soorten. Willen we dat de natuur in België duurzaam gedijt, dan moeten alle spelers in de samenleving samenwerken. Juist zo'n samenwerking, op een ongekende schaal, heeft dit rapport mogelijk gemaakt. Vijf organisaties – WWF, Natuurpunt, Natagora, het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen van België en het Belgisch Platform voor Biodiversiteit – bundelden hun krachten met meer dan twintig experts uit universiteiten, openbare instellingen en natuurbeschermingsorganisaties. Deze hoofdrolspelers in de wetenschappelijke wereld en bij de bescherming van de biodiversiteit sloten zich aan bij de wetenschappelijke en ondersteunende comités en het projectanalyseteam, en werkten dus bijna twee jaar samen om de relevantie van dit rapport zonder voorgaande te verzekeren.
Voor het eerst werd ook een Living Planet Index (LPI) berekend om de toestand van de biodiversiteit in België beter te beoordelen. De LPI heeft de gemiddelde verandering in populatiegrootte van 283 soorten vogels, zoogdieren, amfibieën, reptielen en insecten gemeten voor de periode 1990-2018.
Dit duidt op een stijging van 0,2% per jaar met stabiliteit over de afgelopen 10 jaar. Een bemoedigend resultaat maar te nuanceren volgens de soort en de habitats.
De ‘winnaars’ en de ‘verliezers’
Achter de nationale LPI zijn ook indexen berekend voor vier belangrijke habitattypen: landbouwgebieden, bossen, natte gebieden en open natuurlijke omgevingen.
In de afgelopen 28 jaar kenden soorten in open natuurlijke omgevingen (natuurlijke graslanden en heidevelden) zoals bepaalde vlinders en sprinkhanen een gemiddelde toename van 15%.
Soorten die in en om zoetwater leven (uit moerassen, beken en stilstaand water) laten een gemiddelde stijging zien van 47,6%. De toename van populaties libellen en waterjuffers kan enerzijds worden geassocieerd met de opwarming van de aarde en anderzijds met herstel inspanningen die het mogelijk hebben gemaakt om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren en vijvers te beschermen, dankzij de Europese kaderrichtlijn voor water, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Deze resultaten suggereren dat ambitieuze natuurherstelprojecten, zoals bijvoorbeeld uitgevoerd in het Scheldebekken in Vlaanderen en op de Ardense hooglanden in Wallonië, een gunstige impact hebben gehad op de biodiversiteit. Momenteel verkeert echter slechts 27% van de oppervlaktewaterlichamen in ‘goede ecologische toestand’ in België.
In de landbouwgebieden, die 44% van het Belgische grondgebied beslaan, is de achteruitgang van de soorten daarentegen duizelingwekkend. Vogelpopulaties zijn gemiddeld met 60,9% afgenomen. Deze daling houdt verband met de intensivering van landbouwpraktijken. Intensieve landbouw is schadelijk voor het milieu door zijn bijdrage aan eutrofiëring en bodemdrainage, overmatig gebruik van pesticiden en de uniformisering van landschappen. Door het verwijderen van verschillende elementen van het ecologische netwerk lopen wilde bloemen, insecten en vogels gevaar.
In de bossen, die 20% van het nationale oppervlak beslaan, zijn de onderzochte populaties gemiddeld met 26,6% gedaald. Het is niet eenvoudig om één of zelfs de hoofdoorzaak te identificeren voor de evolutie van soorten in een bosrijke omgeving. De achteruitgang van bepaalde vogels zoals de wielewaal of van vlinders zoals morgenrood, staat in contrast met de spectaculaire terugkeer van karakteristieke soorten zoals de zwarte ooievaar of de vooruitgang van de zwarte specht en middelste bonte specht. Verstoringen, zoals invasies van droogte of schorskevers, vormen een uitdaging voor bosbeheerders.
De directe impact van klimaatverandering
Intensieve landbouw, houtkap, vernietiging, fragmentatie en vervuiling van habitats vormen de grootste bedreiging voor de biodiversiteit in België. De overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de introductie van exotische soorten oefenen ook druk uit op de biodiversiteit, evenals klimaatverandering, waarvan de effecten steeds zichtbaarder worden. De populaties van soorten met een zuidelijk karakter (vanuit het zuiden) nemen eerder toe (gemiddeld + 28,5%) terwijl de noordelijke soorten (vanuit het noorden) het minder goed lijken te doen (stabiele trend). Extreme weersomstandigheden zoals droogte in de zomer kunnen ook leiden tot verlies van biodiversiteit.
Op de natuur gebaseerde oplossingen
Volgens het ‘Living Planet International Report 2020’, gepubliceerd op 10 september, hebben de onderzochte gewervelde populaties sinds 1970 gemiddeld 68% van hun aantallen verloren. Sommige wetenschappers suggereren een 6e massa-extinctie. De COVID-19-pandemie maakt ons ervan bewust dat de staat van onze biodiversiteit en die van onze lichamelijke en geestelijke gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ontbossing en illegale handel in wilde dieren en planten maken het gemakkelijker voor mensen om in contact te komen met ziekteverwekkers. Tegelijkertijd gingen velen van ons op zoek naar de rust van de natuur tijdens de quarantaine.
Natuurherstelprojecten zijn gunstig voor de biodiversiteit. De terugkeer van enkele belangrijke soorten, zoals de wolf, de otter en de oehoe, is het bewijs dat inspanningen voor natuurbehoud hun vruchten afwerpen.
Maar door de natuur te herstellen, kunnen we ook het hoofd bieden aan maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, luchtkwaliteit, voedsel- en watervoorziening. Maatregelen als de bescherming van kustduinen, het aanleggen van natuurgebieden of zelfs het groen-blauwe netwerk in en om steden helpen de kans op overstromingen en de gevolgen van droogte te beperken.
Dit eerste Living Planet Report Belgium is bedoeld als startpunt voor effectieve actie op het terrein. Om rijke ecosystemen weer op te bouwen, meer educatie over natuur en milieu, het stimuleren van duurzame productie en consumptie en het betrekken van de burger zijn een deel van de oplossing.
Maar een coherente aanpak veronderstelt vooral een gecoördineerde strategie tussen de verschillende bestuursniveaus, waarbij rekening wordt gehouden met alle voordelen die de natuur de samenleving, de economie, de gezondheid, de veiligheid of het toerisme oplevert.
Meer informatie:
• Het rapport is hier af te halen:
Voor meer informatie: Koen Stuyck | Press Coördinator & woordvoerder | WWF Belgium | koen.stuyck@wwf.be | 02 340 09 67 – 0499 70 86 41
3/ Het Eerste ‘Living Planet Report Belgium”
Van het gevoel ‘Hier klopt iets niet’
tot het verzuipen in ‘statistisch drijfzand’ …
In september 2020 verscheen dus het eerste en tot nu toe enige “Living Planet Report” van de “Natuur in België”. Eerder waren er ook al pogingen ondernomen tot een beschrijving van de “Biodiversiteit in België – Van Vitaal Belang”, om een in 2009 met steun van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KINT) uitgegeven brochure te vermelden.
Van het nieuwe rapport las ik de Frans- en de Nederlandstalige versie. Het bevat dan ook een schat aan boeiende informatie over onze natuur. Een warme aanrader ! Maar …
Waar zou ‘Vlaanderen’ staan zonder Ardennen ?
Ardense natuurtransfers richting ‘Vlaanderen’: onbetaalbaar !
Een eerste aspect dat vermeld moet worden is dat de positieve cijfers in het rapport voor een groot deel te danken zijn aan het zuiden van het land, aan het zogenaamde Wallonië met zijn extensieve landbouw – heel veel weiden – en zijn bossen. Wat een mal figuur zou België niet slaan op internationale milieutoppen zonder de Belgische groene long van de Ardennen.
Niet voor niets kregen we onlangs bij de berichten dat er weer lynxen in België leven, kaartjes te zien niet van het overbebouwde, bosarme ‘Vlaanderen’ maar van het wel nog flink beboste ‘Wallonië’.
Misschien kan iemand eens de prijs berekenen – want geld lijkt de enige taal die men in ‘topkringen’ verstaan wil – van wat ‘Wallonië’ jaarlijks aan ‘Vlaanderen’ levert qua ‘ecosysteemdiensten’. Denken we aan de zuivere lucht, het zuivere water, de uitgestrekte bossen en nog wilde riviertjes voor recreatie van talloze Vlamingen, Brabanders en Limburgers … Als ‘Vlaanderen’ die ‘Waalse’ ‘ecosysteemdiensten’ zou moeten betalen, zou blijken dat er van de Noord-Zuid-transferts (die Vlaams Blok en NVA overigens willen ombuigen richting grootkapitaal) niets overblijven. Staat het volgebouwde ‘Vlaanderen’ ecologisch niet al zelfs zwaar in de schuld bij het nog grotendeels groene ‘Wallonië’ ?
We gaan er op vooruit ? “Hier klopt iets niet”
Rechts onderaan, temidden van aanverwante lectuur, de Franstalige editie van het ‘Living Planet’-rapport voor België: ‘Rapport planète vivante: La nature en Belgique”. Bovenaan rechts: het topje van een boek over ‘De laatste nomaden’. Niet alleen niet-gedomesticeerde dieren worden uitgeroeid, ook niet-gedomesticeerde volkeren ‘moeten weg’.
Het rapport beweerde dat de “Belgische LPI” (‘Living Planet Index’ als indicator van de biodiversiteit) “een licht stijgende trend vertoont (+ 0,2 % per jaar) voor de periode 1990-2018 en een stabiele trend voor de laatste 10 jaar”. Dat besluit kan je lezen op pagina 38 maar het komt ook elders voor in het rapport, dat een lijvig, mooi verlucht boek van 136 pagina’s vormt.
In de media werd het rapport ook zo voorgesteld: de biodiversiteit in België gaat er op vooruit. Met + 0,2% per jaar. Weinig. Maar toch: VOORUIT !
In De Groene Belg gaf dat meteen kritische lezersreacties in de stijl van deze: “Wereldwijd keldert de biodiversiteit. In onze overbevolkte driehoek stijgt ze. Wie kan dat geloven ?”
Vandaar het gevoel van “Hier klopt iets niet.” Meer mensen, meer beton, auto’s, afval, lawaai … En dan zou onze biodiversiteit er op vooruitgaan ?
Zijn ‘we’ misschien nog massaler de lasten van overbevolking, overproductie en overconsumptie op andere landen aan het afschuiven ? Denk aan het veevoeder dat uit Brazilië komt waardoor ‘Vlaanderen’ zijn ‘grondloze’ varkenskweek kan volhouden.
En hoe werd die 0,2 % berekend ? Weegt het terugkomen van bv. de lynx zwaarder dan het verdwijnen van een weidevogel, om maar iets te zeggen.
Een lezer schreef: “Statistieken zijn soms onduidelijk, vorige week in de media ging het over de populaties. Dat is een heel ander gegeven. Een grote diversiteit, veel soorten, kan er wel zijn, maar in kleinere populaties. Natuurlijk is Vlaanderen al van 100 jaar geleden volledig bebouwd en “beboerd”, het kon dus moeilijk verslechteren …”
Een andere lezer: “Aan de ene kant gaat er natuurlijk biodiversiteit verloren door allerlei oorzaken maar er zijn ook veel (vaak EU-)natuurmaatregelen die elders het verlies compenseren en de biodiversiteit gemiddeld op peil houden.”
Koen Stuyck van WWF beantwoordde onze twijfels zo: “Het komt erop neer dat de negatieve tendens in landbouwgebied (-61%) en de licht negatieve tendens in bossen wordt gecompenseerd door de positieve tendens in waterrijke gebieden.”
Doch al meteen in hun rapport (op p. 39) moesten de samenwerkende organisaties – WWF, Natagora, Natuurpunt het Belgisch Biodiversiteitsplatform en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KINT) – erkennen dat de “2 %” “een te relativeren stijging” is. Onder andere omdat de biodiversiteit al voor 1990 reeds heel sterk terugviel en omdat de “lichte stijging van de nationale LPI moet genuanceerd worden in functie van de bestudeerde soortengroepen en leefgebieden.”
Mag er echter hoe dan ook van een ‘stijging’ gesproken worden ? Werd daarvoor niet een veel te klein deel van de Belgische biodiversiteit onder de loep genomen ?
Dit is niet eens een steekproef
Leest u even mee op pagina 38: “De nationale LPI omvat de populaties van 283 diersoorten. Vermits ons land meer dan 36.300 levende soorten telt, geeft de index een beperkt beeld van de realiteit. De index bestrijkt wel een brede waaier aan taxonomische groepen, van vogels over sprinkhanen en krekels tot vlinders. Bij gebrek aan geschikte data zijn andere taxonomische groepen zoals planten, schimmels en soorten die in het mariene milieu leven, niet opgenomen.”
Een ‘steekproef’ van 283 soorten op een totaal van 36.300 soorten: geen enkele statisticus steekt daar zijn hand voor in het vuur. Dat is gewoon veel te beperkt, om ook maar iets te kunnen besluiten.
Het gevaarlijkste gevaar vergat zichzelf te zien
OK, we kennen individuele succesverhalen, zoals de terugkeer van de otter, maar geen globale verbetering omdat de voorbije decennia:
- het areaal natuurgebieden en met name bosgebieden (ook verminderd door Natuurpunt !) in met name Noord-België – het zogenaamde Vlaanderen – bleef verminderen.
- terwijl de bevolking van België - en dus onze belasting van zowel de natuur in dit land als ver daarbuiten (denk aan de soja die voor onze grondloze veeteelt gewonnen wordt in Amazonië en Cerrado) – bleef toenemen. Van 9,9 miljoen in 1990 tot 11,6 miljoen begin 2021. Dat zijn 1,7 miljoen mensen extra op 31 jaar. En dan zou de Belgische biodiversiteit erop vooruit gegaan zijn …
Is het niet vreemd dat een studie die 136 pagina’s land uitweidt over de bijna driehonderd bestudeerde diersoorten in België, het meest voorkomende dier in dit land totaal over het hoofd ziet ? Het gevaarlijkste dier. Het dier waarmee de keldering van de biodiversiteit allemaal begon …
Jan-Pieter Everaerts