De Groene Belg

Waarom het geen crisis is: allemaal ‘-Laars’

Eddy Bonte

Uit De Groene Belg 1385 – 26 september 2017

Een bijdrage om ieder najaar opnieuw te herlezen

Van de rozebottels van de hondsroos (‘rosa canina’) kan lekkere jam gemaakt worden. Maar … wie kan dat nog ? (foto jpe)

September: Je kan er niet naast kijken, het is laarstijd. Appelaars, perelaars, notelaars en kastanjelaars strooien – weliswaar iets minder overvloedig dan in andere jaren - hun vruchten in het rond, op straat en gazon, in park en berm. Maar daar trekken wij massaal onze neus voor op. 

In de sociale (!) wijk hier wat verderop staan drie huisjes met elk een appelaar in de voortuin. Niemand die ze plukt, zelfs niemand die zich bukt voor voedsel dat uit de lucht komt gevallen.  Nu en dan shot een jonge slungel een groenrode vrucht uiteenspattend verder het pad langs. Stuk voor stuk liggen ze te rotten. De perelaar in de voortuin van een villa honderd meter verder, is hetzelfde lot beschoren.  

In de Kastanjestraat staan - echt waar – kastanjelaars.  Tamme.  De bewoners van de Kastanjestraat bukken zich evenmin, maar vegen de vruchten en hun bolsters netjes op een hoop.  Properiteit eerst!  Er durft al eens een fietser stoppen, vreemd aan de wijk, dat spreekt. De kastanjelaar en de notelaar aan het rond punt bij het centrum, kunnen zelfs daar niet op rekenen.  Zo in het zicht van alleman. 

Een naburig dorp: ook de mispels en dozijnen kleine appels, wellicht van een vergeten ras, rotten in het gras. Naast de Post en op 50 meter van een Carrefour Market. Wie gezien wordt, is gezien, denkt men misschien.  We willen toch niet lijken op de prehistorische verzamelaars die leefden van de vruchtenpluk? 

Bramen zijn hoogst vervelend, maar hun bessen voedzaam en lekker (foto jpe)

Hoe kan het nu crisis zijn wanneer wij ons te goed voelen om te nemen wat de natuur geeft? Gratis, zuiver en op het gepaste moment.  Wanneer wij kastanjes, appels, peren en noten onder hun boom laten liggen om er honderd meter verder te kopen in de supermarkt.  Geïmporteerd, duchtig behandeld, overdadig verpakt en heen-en-weer getransporteerd, dus in alle opzichten onverantwoord en ongezond. 

Hoe ziek is een gemeenschap die enkel producten vertrouwt die door ‘food conglomeraten’ zijn voorzien van een etiket, een streepjescode en een uitstalraam met kunstlicht en artificiële bewaarmethodes? Geaccrediteerd als voedsel als het ware! Die enkel als voedsel beschouwt, wat moet worden gekocht. Hoe ziekelijk is een samenleving die voedsel gebruikt als gazondecor of weg borstelt als viezigheid die trottoir en garageoprit bevuilt?  Veralgemeende smetvrees.

Cynisch genoeg is het door die houding dat men effectief de crisis over zich afroept. De crisis van de consument -  in de tijd van Ralph Nader een kritische burger, nu afgegleden tot  freudiaans oertype van neurose - die blind en geblokkeerd aan de blinkende deuren (automatisch!) en glanzende uitstalramen (ontspiegeld!) angstig natelt hoeveel officieel afgestempelde winkelwaar hij voor zijn ontwaarde geld nog krijgt, en verkast naar de supermarkt die altijd net 5 cent goedkoper is mits gekocht per drie stuks, daar waar alle appels en peren tegennatuurlijk blinken, tegennatuurlijk evenveel wegen en op tegennatuurlijke momenten worden aangeboden in een kunstmatige omgeving.

Eddy Bonte